Persoonsblad

Naam Martinus du Harlingh, (14) S 15734
Overlijden na 9-9-1675156
Vader Robbert du Harlingh (->1670)
Moeder Lijntgen Dircx
Echtgenoten
1 Maria Roset, (14) S 15735
Overlijden 12-9-1705, Den Haag156
Overl. memo begraven
Huwelijk 22-11-1648, Den Haag156
Huw. memo schepenen
Kinderen Maria (1651-1736)
Notities behorende bij Martinus du Harlingh
Overleden kort na 9-9-1675156

Blijkens het Notarieel Archief hebben Martinus en zijn weduwe hun handen vol gehad aan het uit elkaars haren houden van dochters en buurtgenoten?

Bij huwelijk smid en jongman. Geen indicatie van een vreemde herkomst gevonden, maar de naam wordt ook als Du Harlingh geschreven.

Kennelijk zaten zowel Martinus (in 1669) als zijn vader (in 1670) even heel krap: Martinus wordt met huurachterstand uit zijn huis gegooid, en zijn vader redt hem van de straat; een jaar later helpt Martinus zijn vader een schuld aflossen.

NB: diverse internetbronnen melden zijn huwelijk op 24-05-1657 in Valkenburg?

ONA ’s-Gravenhage (181:279 dd 31-12-1651) goeddeels onleesbaar door inktschade. Verklaring door Frans (?) van den Bosch en Maria Roset huisvrouw van Martijn du Harlingh op verzoek van Maurits Roodt, met kruisje: handmerk van Maria.

ONA ’s-Gravenhage (184:308 dd 20-10-1660) Sijmon Liebrechts (C?)orstenmaker (?) ten verzoeke van Martinus du Harlingh meester smid, verklaart dat Jan Schadda, slotenmaker, bij Martinus kwam vragen waarom Martinus zijn (=Jans) werk zou verachten, wat Martinus ontkende, welles nietes, scheldpartij, meer welles nietes.

ONA ’s-Gravenhage (779:100 dd 12-8-1667) Willem van den Bos en Martijn du Harlingh, verklaring ten bate van Gerrit Jan Venhooft over iets dat gebeurde op 25-7-1667.

ONA ’s-Gravenhage (779:196 dd 27-7-1668) zelfde verhaal als op 12-8-1667.

ONA ’s-Gravenhage (362:402 dd 1-2-1669) Steven Leenderts van S? namens Elisabeth Dircks weduwe Hendrik Laerman, verhuurt een huis aan de Langegracht waar nu Martijn du Harlijn in woont, per 1-5-1669 voor zes jaar.

ONA ’s-Gravenhage (725:263 dd 12-4-1669) Robbert du Harligh meester smid verhuurt aan zijn zoon Martinus meester smid een huis aan de zuidzijde van de Langegracht voor twee jaar per 1-5-1669 voor fl.136 per jaar.

ONA ’s-Gravenhage (362:487 dd 27-4-1669) Marthijn du Harlingh meester smid, is schuldig aan de weduwe van Hendrick Laerman te Kortrijk fl.100,25 aan achterstallige huur; waarvan hij fl.60 op zeer korte termijn belooft te betalen en fl.40,25 binnen drie maanden.

ONA ’s-Gravenhage (776:230 dd 11-6-1670) Robbert du Harlingh en zijn zoon Martinus: de eerste is alsnog schuldig fl.200 aan de erven van Lucia van Wouw, volgens obligatie van mei 1650; de tweede stelt zich garant voor de achterstallige betaling sinds 19-5-1666.

ONA Den Haag (382:239 dd 28-10-1674) Vijf comparanten (namen deels onleesbaar door inktschade) verklaren op verzoek van Martinus de Harling meester smid en burger aan de Lange Gracht, dat hij gisteren omtrent 11 uur in zijn winkel was, aan het water van de gracht (?onnavolgbaar?) , dat iemand (Janneke Sebus?) over de brug kwam aanlopen, of aanlegde, en begon te schelden over zijn vrouw en dochters, en zijn huisvrouw een gat in het hoofd sloeg tot het bloed op de aarde viel, waarop hij om erger te voorkomen genoodzaakt was (?onnavolgbaar); dat hij ’s namiddags aan het aambeeld zat en Pauwels Kalck (?), turfdrager, kwam en Martinus van achteren in het gezicht, en twee tanden door de lip, sloeg (sic).

ONA Den Haag (831:105ff dd 9-9-1675) Testament van Martinus de Harlingh (ziek te bed liggend) en Maria Rosette op de langstlevende; met gelijke delen voor de vier (sic) dochters Lijsbet, Marija, Alida en Johanna.

Huwt ’s Gravenhage Schepenen 22-11-1648
Herkomst van gegevens
Wissenburg 7.798156
Notities behorende bij Maria (Echtgen. 1)
Overleden ’s-Gravenhage b12-9-1705 (impost fl.3)

ONA Den Haag (827:213 dd 2-10-1676) Diverse getuigen, buren van de Lange Gracht, verklaren voor Maria Rosset, weduwe Martinus de Harlighe, dat zij en haar drie dochters mensen van goed gedrag zijn en te goeder naam en faam bekend staan, ? echter dat Crijn Jans Groenen en Maria Isendoorn zijn huisvrouw, ook van de Lange Gracht, sinds een maand of zes de dochters voor hoeren en dergelijke uitmaken “met groot getier en geschreeuw tot groote aanstoot” van Maria Rosset, haar dochters en alle geburen; verder dat Maria Rosset vergeefs heeft gepoogd met Maria Isendoorn te praten en de ruzie bij te leggen; dat (?)drie maanden geleden ook al eens gespeeld heeft; dat eergisteren Maria Isendoorn weer voor hun huis stond en beweerde dat twee van Maria Rossets dochters boter en knopen hadden gestolen, en dat zij (pasquil?) hoeren waren; dat Maria Isendoorn Alida, een der dochters, verschillende keren met iets dat ze in haar hand had heeft geslagen tot zij op de vloer viel, en toen zij opstond haar weer met drie of vier slagen tegen de grond sloeg. Joost Cornelis van der Meulen verklaart noch dat hij eergisteren ’s avonds rond de klok van 10 Maria Isendoorm zag, etc. etc.

Idem (827:217 dd 4-10-1676) Johannes Baptista Booij, wijnkopersknecht oud 24, verklaart op verzoek van Maria Rosette dat drie maanden geleden Maria Rosette met haar dochters en Crijn Jans Groenen en Maria Isendoorn zijn huisvrouw voor de schepenen stonden, nadat Groenen de avond tevoren HR en haar dochters had uitgescholden voor “Canaelje”; de schepenen hebben verordend dat Groenen cs hen ongemoeid moest laten, waar zij zich echter niet aan hebben gehouden, dat Maria Isendoorn 14 dagen geleden langs het huis van MR kwam en zonder aanleiding haar dochters die in de winkel stonden hoeren noemde, schijndeugden en kerkpilaren, en dreigde ze de kleren van het lijf te rukken. Hendrick Rosset, smid, oud rond 30, verklaart dat verleden woensdagavond toen Maria Isendoorn een der dochters sloeg, Crijn daarbij was, en de dochter zelfs bij het hoofd gevat heeft, waarop Hendrick Rosset hem vroeg dat te laten en te vertrekken; Abraham Braem verklaart dat Crijn en zijn vrouw die avond om 10 uur bij hem thuis kwamen en verklaarden de dochter geslagen te hebben en twee gaten in het hoofd te hebben bezorgd.

ONA Den Haag (910:149 dd 31-3-1678) Maria Kunst huisvrouw van Jan de Vries, kwartiermeester verklaart voor de weduwe en kinderen van Martinus de Harlingh dat zij een vrouw genaamd Sibille, wonend aan ’t hofje van Nieuwkoop, heeft opgezocht, eerst om 1600 uur, een tweede keer om 1000, en dat deze heeft gezegd voor Judickje Hendricks, moeder van Martinus (weduwe Robbert du Harlingh), enige tijd geleden enig goud, zilverwerk en een “webbe linden om gelt verset hadde gehadt”(?MW).

ONA Den Haag (1072:119 dd 3-1-1680) Maria Rosette, weduwe etc geeft volmacht aan Gerard Haesebroeck om schulden te innen van Hendrick Calff (?) Majoor te Bredevoort, te weten 350 gulden, wegens geleverde goederen.

ONA Den Haag (911:293 dd 9-6-1680) Johanna de Harlingh vrouw van Johannis de With testeert. Enige erfgenaam is haar moeder, Maria Rosette, of in haar plaats haar zusters Maria en Alida.

ONA Den Haag (551:203 dd 5-11-1696) Volmacht van Maria Rosette, weduwe Martinus Harlingh, aan Pieter Bouser om haar financiën te beheren. Ondertekend met een handmerk X.

Zij huwt (1)

Nicolas GODEFROY,Overleden voor 1648

Kinderen:156
1. Elisabeth (dNG Grote Kerk ’s Gravenhage 2-10-1649 +na 1675)
2. Maria Zie 3.899
3. Alida (dNG Grote Kerk ’s Gravenhage 1-3-1654 +na 1680) doopgetuigen Jacob Doe (?) en Catrijn Pau; huwt ’s Gravenhage 22-05-1679 met Nicolaas De Mol (*’s Gravenhage dNG 19-9-1651)
4. Johanna (dNG Grote Kerk ’s Gravenhage 19-11-1656 +na 1680) doopgetuigen Jacob en Maria Gavel; huwt ca. 1680 Johannis de With
5. Magdalena (dNG Grote Kerk ’s Gravenhage 23-1-1658, niet vermeld in 1675 of later)
Herkomst van gegevens
Wissenburg 7.799156
Laatst bijgewerkt 22-11-2009 Gemaakt 23-10-2023

Inhoud · Index · Familienamen · Contact · Internet gezinskaart

C.A.M. Siskens, 23-10-2023